Alle ins en outs over Diesel Partikel Filter (DPF) foutmeldingen

Foutmeldingen, foutcodes of storingscodes worden opgeslagen door het On-Board Diagnostic (OBD) motormanagementsysteem. In dit artikel behandelen we de ins en outs van foutmeldingen met betrekking tot het Diesel Partikel Filter (of DPF / roetfilter).

In de meeste gevallen geeft een foutmelding antwoord op een storing in het voertuig. Bijvoorbeeld als een sensor registreert en meldt dat een waarde buiten de aanvaardbare of geprogrammeerde limiet is. De meldingen dienen als leidraad voor de monteur om te kunnen lokaliseren waar de storing zich bevindt en hoe deze opgelost moet worden. De foutmeldingen kunnen worden gebruikt in combinatie met het werkplaatshandboek die aangeeft welke systemen, schakelingen of onderdelen tijdens de diagnose gecontroleerd en beoordeeld moeten worden.

Raadpleeg altijd het werkplaatshandboek

Onderdelen moeten nooit zomaar vervangen worden op basis van een foutmelding. Raadpleeg altijd het werkplaatshandboek in combinatie met testresultaten om de oorzaak van een storing op te kunnen sporen.

Als een foutmelding betrekking heeft op een storing van een sensor, is het onwaarschijnlijk dat de sensor vernieuwen de storing oplost. De sensor bewaakt het systeem en geeft alleen maar door dat er een probleem is. Een storing kan door allerlei oorzaken ontstaan, zelfs door slechte bedrading.

Een foutmelding kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door een eerdere storing in het uitlaatgas nabehandelings- en uitlaatsysteem. Een vervuilde luchtstroom kan bijvoorbeeld de storing overmatig lucht-/brandstofmengsel in de zuurstofsensoren veroorzaken. Er zijn per autofabrikant lijsten met specifieke universele generieke meldingen. Foutmeldingen die met de letter ‘P’ beginnen, zijn genormaliseerd en gelden wereldwijd voor iedere fabrikant.

Vanwege het grote aantal potentiële oorzaken van DPF-gerelateerde foutmeldingen, is het vrijwel onmogelijk om algemene regels vast te stellen om ze op te lossen. Om deze reden is het van essentieel belang dat monteurs die met storingen geconfronteerd worden professioneel zijn en ervaring hebben met het stellen van diagnose aan voertuigen, reparatie en het vervangen van roetfiltersystemen en bijbehorende componenten.

Bovendien moeten werkplaatsen beschikken over de nodige equipment en gereedschappen. DPF-systemen zijn buitengewoon complex, het is niet eenvoudig om te ontdekken waarom het systeem niet naar behoren functioneert. Daarnaast speelt het motormanagementsysteem een sleutelrol in het wissen van fouten. Het is daarom van essentieel belang dat je precies weet hoe je met deze materie om moet gaan.

Een belangrijk uitgangspunt is om altijd de werkplaatshandboeken en technische bulletins te bestuderen. Jouw probleem kan namelijk al bekend zijn bij de voertuigfabrikant die er zelfs al een oplossing voor kan hebben. Dit bespaart het bedrijf tijd en de klant geld en ergernis tijdens de diagnose.

Controles voordat je een roetfilter vervangt:

Vervanging van een roetfilter zal een roetfilterprobleem meestal niet oplossen. Storingen kunnen veroorzaakt worden door andere componenten in het uitlaatgasrecirculatiesysteem zoals leidingen, kleppen, injectoren of de afstelling van de turbo. Zelfs de kwaliteit van de brandstof en olie kunnen ervoor zorgen dat er storingen in moderne uitlaatgassystemen ontstaan. Voer voordat je een roetfilter vervangt altijd de volgende controles uit:

  • Controleer de uitlaatgasdruk en temperatuur sensoren en bedrading
  • Controleer of sensoren en hun behuizing schoon en niet verstopt zijn
  • Vervang indien nodig de sensoren of hun behuizing
  • Controleer of de bedrading van de elektrische circuits in orde is en of de sensoren goed functioneren
  • Ontkoppel voordat je weerstand en spanning gaat meten aangesloten onderdelen
  • Repareer of vernieuw onderdelen alleen als dit echt nodig is

Tips om een roetfilter een zo lang mogelijk leven te geven:

Probeer een verstopt DPF of roetfilter nooit schoon te maken met lucht en een compressor, waterstraal, hogedrukreiniger/stoomcleaner of ultrasoonreiniger. Het silicium of cordieriet filtermateriaal (monoliet) zal onherstelbaar beschadigen. Zelfs de kleinste barst, kloof of scheur zal op de korte en middellange termijn leiden tot volledige fragmentatie.

  • Tank premium brandstoffen. Dit stimuleert schonere verbranding waardoor de hoeveelheid roet dat zich in de motor, het EGR-, uitlaat- en roetfiltersysteem afzet reduceert.
  • Gebruik door de voertuigfabrikant voorgeschreven motorolie. Alleen de juiste motorolie reinigt de motor en het in- en uitlaatsysteem optimaal.
  • Stel olieverversing niet uit, volg altijd de onderhoudsvoorschriften van de voertuigfabrikant. De kwaliteit van olie wordt slechter als de olie ouder wordt. Voorgeschreven olieverversing-intervallen verminderen de kans op kostbare reparaties.
  • Adviseer de klant om de inhoud van de brandstoftank nooit onder de tien (10) liter te laten komen. Regeneratiesystemen van sommige autofabrikanten regenereren niet als er te weinig brandstof in de tank zit.
  • Door (te) veel korte ritten op lage snelheid, bijvoorbeeld in de stad, wordt de motor en het DPF-systeem niet warm genoeg waardoor roet zich in het filter, de motor en het in- en uitlaatsysteem ophoopt. Rij minstens iedere drie tot vier weken 15 tot 20 minuten op de snelweg met minimaal 2.000 toeren per minuut. Hierdoor kan het roetfilter zichzelf regenereren.

Meer van dit onderwerp weten?

Ander nieuws?