Basisprincipes van het aircosysteem – deel 3

Mijngrossier.nl levert vanaf nu thermomanagement producten van Behr Hella Service van HELLA. In dit artikel gaan we terug naar de basisprincipes van de airconditioning. Hoe zat het ook al weer precies? In de driedelige serie gaan we hier dieper op in.

Het werken aan een aircosysteem is geen koud kunstje. Diverse regels en veiligheidsrichtlijnen betreffende EU-verordeningen (307/2008, 517/2014, 2006/40) moeten in acht worden genomen. Werkzaamheden aan de airconditioning mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd, zoals een Qualified Airco Specialist. In deze trainingen wordt de monteur tot een diagnose specialist op het gebied van airconditioning en verwarmingssystemen opgeleid.

Uit- en inbouwadviezen aircosysteem

Voor de uit- of inbouw van een reserveonderdeel moet er worden gecontroleerd of de aansluitingen, bevestigingen en andere inbouwrelevante eigenschappen identiek zijn. De installatie moet zo veel mogelijk gesloten worden gehouden, de compressorolie heeft namelijk een sterke hygroscopische werking. Daarom mag de olie pas kort voor het sluiten van het koudemiddelcircuit worden gevuld.

Gebruik bij het vervangen van componenten steeds nieuwe, voor het koudemiddel geschikte, O-ringen. Voor de montage moeten de O-ringen en pakkingen worden ingevet met compressorolie of speciale smeermiddelen om de montage te vergemakkelijken. Gebruik hiervoor geen andere vetten of siliconenspray anders raakt het nieuwe koudemiddel verontreinigd.

Bij elke opening van het koudemiddelcircuit moet de droger, omwille van zijn sterk hygroscopische werking, worden vervangen. Als de droger of de accumulator niet regelmatig wordt vervangen, kan het gebeuren dat het filterkussen uit elkaar valt en er silicaatdeeltjes in de volledige installatie worden verspreid waardoor ze sterke beschadigingen veroorzaken.

De aansluitingen van de installatie mogen nooit gedurende een langere periode open staan. Ze moeten onmiddellijk met kappen of stoppen worden afgesloten, anders zou er met de lucht vocht in het systeem worden gebracht. Werk bij het los- en vastdraaien van de aansluitingen altijd met twee sleutels zodat er geen aansluitleidingen respectievelijk onderdelen beschadigd worden. Let er bij de plaatsing van slangen en kabels op dat er geen beschadigingen door voertuigkanten of andere bewegende componenten mogelijk zijn. Zorg dat het systeem de juiste hoeveelheid olie bevat bij het vervangen van een onderdeel van het aircosysteem. Vul het systeem eventueel bij met olie of tap olie af.

Voor het opnieuw vullen van de installatie moet de dichtheid van het systeem worden gecontroleerd. Aansluitend moet het systeem voldoende worden geledigd (ca. 30 minuten) om te verzekeren dat al het vocht uit het systeem werd verwijderd. Na het vullen, met de door de voertuigfabrikant aangegeven hoeveelheid koudemiddel, moet de installatie op een correcte werking en dichtheid (elektronische lekdetectie) worden gecontroleerd. Tegelijkertijd moeten de hoge- en lagedrukwaarden met drukmanometers  worden geobserveerd en met de voorgeschreven waarden worden vergeleken. Vergelijk de uitstroomtemperatuur aan de middelsproeier met de door de fabrikant aangegeven waarden. Nadat de serviceaansluitingen van beschermkappen zijn voorzien, moet het tijdstip van het onderhoud met een sticker met servicelabel op de voorste dwarsdrager kenbaar worden gemaakt.

Aanwijzingen bij de montage van aircocompressoren

Verzeker dat alle verontreinigingen en vreemde voorwerpen uit het koudemiddelcircuit zijn verwijderd. Daarvoor moet het systeem voor de inbouw van de nieuwe compressor worden gespoeld. Voor de spoeling is, naargelang de mate van vervuiling, koudemiddel R134a of een speciale spoeloplossing geschikt. Compressoren, drogers (accumulatoren) en expansie- of regelventielen kunnen niet worden gespoeld. In geval van een mechanisch defect van de compressor moet er altijd worden uitgegaan van een verontreiniging van het systeem (slijpsel, spaanders) en mag verontreiniging in ieder geval niet worden uitgesloten. Daarom is het bij de vervanging van deze component absoluut noodzakelijk dat het systeem wordt gespoeld. Verzeker dat er geen spoeloplossingsresten in het systeem achterblijven. Droog het koudemiddelcircuit eventueel met stikstof. Vervang de filterdroger of accumulator en het expansieventiel of de regelventiel (Orifice Tube).

Een en dezelfde compressor kan voor verschillende voertuigen of systemen worden ingezet. Daarom is het absoluut noodzakelijk dat de olie vulhoeveelheid en de olieviscositeit vóór de montage van de compressor wordt gecontroleerd aan de hand van de waarden van de fabrikant, en zo nodig gecorrigeerd. Hiervoor moet alle olie worden afgetapt en opgevangen. Vervolgens dient de compressor opnieuw te worden gevuld met de volledige hoeveelheid olie die wordt voorgeschreven door de fabrikant van het voertuig (systeemhoeveelheid olie).  Het aflaten en vullen van de olie gebeurt via de daarvoor voorziene “olieaflaatschroef”. Als de compressor niet over een dergelijke schroef beschikt, wordt de olie via de hoge- en lagedrukaansluiting afgelaten en via de lagedrukaansluiting gevuld. Hierbij moet de compressoras meerdere keren worden gedraaid.

Om ervoor te zorgen dat de olie gelijkmatig verdeeld wordt, moet de aandrijfpoelie van de compressor vóór de montage 10x met de hand gedraaid worden. Bij de montage van de aandrijfsnaar moet erop gelet worden dat deze spoort. Sommige compressoren zijn ontworpen voor “meervoudig” gebruik. Dat betekent dat ze in verschillende voertuigen gemonteerd kunnen worden. Het aantal groeven op de magneetkoppeling kan eventueel afwijken van de originele. Na het monteren van de compressor en het opnieuw vullen van het koudemiddelcircuit, start u eerst de motor en laat u deze gedurende enkele minuten stationair draaien. Daarnaast moeten andere opgegeven waarden (instructies, voorschriften van de fabrikanten, inloopvoorschriften) dienen in acht genomen te worden.

Veiligheidsrichtlijnen/omgang met koudemiddel

Draag altijd een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen. Bij een normale atmosferische druk en omgevingstemperaturen verdampt het vloeibare koudemiddel zo plots dat het bij contact met de huid of de ogen tot bevriezingen van het weefsel kan komen (verblindingsgevaar). Als er een contact is ontstaan, moeten de betreffende plaatsen met veel koud water worden afgespoeld. Niet wrijven. Neem ook altijd contact met een arts op.

Bij werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit moet de werkplaats goed worden geventileerd. Het inademen van hoge concentraties gasvormig koudemiddel leidt tot duizeligheid en verstikkingsgevaar. Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit mogen niet vanuit werkkuilen worden uitgevoerd. Aangezien het gasvormige koudemiddel zwaarder is dan lucht, kunnen daar hoge concentraties ontstaan. Breng het koudemiddel niet in contact met een open vuur of een heet metaal. Er kunnen dodelijke gassen ontstaan. Steek ook nooit een sigaret of andere rookwaren op in de buurt van het koudemiddel, door de sigarettengloed kan het koudemiddel in giftige substanties ontbinden.

Laat het koudemiddel ook nooit in de atmosfeer ontsnappen. Als het koudemiddelreservoir of het airconditioningsysteem wordt geopend, komt de inhoud met een hoge druk naar buiten. De hoogte van de druk hangt af van de temperatuur. Hoe hoger de temperatuur, hoe hoger de druk.

Hou de aansluitingen niet in de richting van het lichaam wanneer de serviceslangen van het voertuig worden weggenomen. Er kunnen nog resten koudemiddel uit komen. En tot slot verander nooit de fabrieksinstelling van de regelschroef op het expansieventiel.