Suplex: Dagelijkse werkplaatspraktijk

Een dagelijks praktijkgeval bij een willekeurige werkplaats: een klant komt met remklachten. Bij nadere inspectie blijkt er echter een hoofdveer gebroken.

Suplex_verenEen klant met een BMW 325i sedan (E46) heeft een afspraak voor een controle van de remmen. De klacht luidt dat de auto naar één zijde trekt als er hard geremd wordt. De standaardprocedure die elke monteur nu logischerwijs volgt, is demontage van de wielen en een goede blik werpen op de remschijven en de remblokken. Wat blijkt? Alles is in orde. De slijtage is minimaal. Zelfs de remtangen zijn in goede conditie. Wat is nu toch de oorzaak van de klacht?

Gebroken achterveer

Tijdens een nadere inspectie van het onderstel van de BMW blijkt dat aan de achterzijde een hoofdveer is gebroken. De veer heeft het begeven aan de onderzijde, bijna anderhalve winding van het uiteinde van de veer. De eigenaar van de auto had niet in de gaten dat zijn auto wat scheef was gaan hangen, ondanks dat de handling van de auto in bepaalde situaties verminderd was. Dat de eigenaar visueel niets opgemerkt heeft, is niet zo gek. Bij een breuk van de hoofdveer daalt de wagenhoogte van dit specifieke automodel slechts 15 mm. Met het blote oog nauwelijks waarneembaar. Desondanks zorgt de gebroken achterveer voor onbalans op het diagonaal geplaatste voorwiel, wat de reden is dat de auto naar één kant trekt tijdens het remmen. Na verdere inspectie bleek de hoofdveer aan de andere zijde nog in orde, maar door corrosie aangetast. De monteur heeft zijn klant geadviseerd om beide hoofdveren te vervangen, zodat de oorspronkelijke wagenhoogte en rijeigenschappen opnieuw gewaarborgd zijn.

Progressieve veren

Alle BMW 3-serie modellen (E46) zijn aan de achterzijde voorzien van progressieve miniblock-veren, die van taps toelopend staaldraad zijn gemaakt. Dit taps toelopende draadpro_ el is asymmetrisch: de diameter van de draad verschilt bij elke winding. Karakteristiek aan deze veer is dat de veer bij het inveren in zichzelf verdwijnt. De eindwindingen komen dan plat tegen de rubberaanslag te liggen. Dit maakt de miniblock-veer niet alleen compact en progressief, maar ook stil en duurzaam doordat winding-op-winding contact ontbreekt. In de vervangingsmarkt worden veel van deze miniblockveren aangeboden. Een nadere blik leert echter dat bij veel van deze ‘alternatieven’ de windingsdiameter weliswaar naar buiten toe kleiner wordt, maar de draaddiameter overal gelijk is. Daarmee is er bij belasting dus wel winding-op-winding contact en verliezen deze veren alle voordelen die eerstemontageveren, zoals die van Suplex, wel bieden.

Veerkarakteristiek

Suplex behoort tot een select groepje verenfabrikanten dat progressieve veren levert. De progressiviteit van een hoofdveer bepaalt voor een zeer belangrijk deel de veerkarakteristiek van een veer: bij het indrukken wordt de vering steeds stugger. Dit levert bij lage belasting een hoog comfortniveau op en bij een hoge belasting meer stugheid. Met progressieve veren zijn de wegligging en rijeigenschappen van een auto precies zoals deze bedoeld zijn. Bij een vervanging van hoofdveren is het echter om meerdere redenen van belang om voor topkwaliteit te kiezen. Suplexveren voldoen aan de specificaties voor eerste montage. Hiermee wordt gegarandeerd dat de Suplexveren met hun vaak gecompliceerde vormen volgens strenge eisen worden geproduceerd. Bijvoorbeeld door het gebruik van hooggelegeerde staalsoorten en bijzondere productiemethoden, zoals aparte kogelstraalmethoden, die de oppervlaktehardheid van de veer verhogen. Verder zijn alle Suplexveren gepoedercoat, wat roestvorming tegengaat en een goede bescherming biedt tegen zand, water, zout en steenslag.

Vervangen van hoofdveren bij BMW 3-serie (E46)

Demonteer eerst de cardanas voordat de veer verwijderd wordt. Dit voorkomt spanning op de homokinetische koppeling als de bovenste wieldraagarm gedemonteerd wordt om de veer los te maken. Maak vervolgens de beschermkap van de benzinetank los. Demonteer hierna de stabilisatorstang aan beide zijden, net zoals de houder van de remleiding aan de wieldraagarm. Pas op dat er geen extra gewicht op remleiding leunt. Stempel nu de lage wieldraagarm met een krik en maak de schokdemper los aan de onderzijde. Markeer de positie van de sluitringen, zodat deze bij montage weer juist herplaatst worden. Laat de krik zakken en vervang de gebroken veer. Controleer de conditie van beide rubberen beschermhoezen. Maak de omgeving goed schoon. Bandenmontagepasta is een goed hulpmiddel om de hoezen aan de uiteinden van de veer te positioneren. Door de bovenste wieldraagarm langzaam naar beneden te drukken, kan de nieuwe veer geplaatst worden. Montage is feitelijk het omgekeerde proces van de demontage. Let er echter op dat de moer van de schokdemper (onderzijde) met 100 Nm wordt vastzet, nadat het voertuig weer met vier wielen op de grond staat.