Waarom de kwaliteit van autolampen zo verschilt, de testresultaten!

Neglin

Neglin biedt het autobedrijf een omvangrijk assortiment lampen. Van de standaard koplamp tot aan mooie xenonverlichting. Naast de bekende halogeen-koplampen, bevat het Neglin-assortiment ook speciale rem-/signaallampen met het bekende kunststof voetje en een brede range in xenonlampen van D1S tot en met D8S. Daarmee biedt Neglin een zeer courante verzameling aantrekkelijk geprijsde lampen. Alle lampen van Neglin beschikken over het E-keurmerk en voldoen aan strikte Europese regels. Maar waarom zou u Neglin verkiezen boven een A-merk of een goedkoper alternatief? Om daar achter te komen hebben we verschillende lampen met elkaar vergeleken. De uitkomsten lichten we graag voor u uit!

Halogeenlampen: gaat u voor helderheid of lange levensduur?

Een halogeenlamp is in basis opgebouwd uit een specifieke voet en lampcapsule. In deze capsule bevindt zich een gloeidraad van wolfraam en deze wordt gevuld met een speciale samenstelling van argon-, xenon- en halogeengas. De samenstelling van het gas en de gasdruk in de capsule bepaalt in belangrijke mate de levensduur van de lamp. Hoe hoger de druk, hoe langer de gloeidraad meegaat.

Maar hoe zit het dan met de helderheid?

De bepalende factor voor het bereiken van de optimale helderheid en de hoeveelheid licht op de weg is de positie van de gloeidraad (geometrie van de lamp). Koplampen worden tegenwoordig gemaakt met lenzen of met een open reflector. Beide varianten zijn ontwikkeld bij een nauwkeurige positie van de gloeidraad. Eén fout in de hoek van de gloeidraad of een wijking van meer dan 2/10 millimeter van de ideale gloeidraadpositie heeft negatieve gevolgen voor de verlichting van de weg. Naast de juiste geometrie van de lamp is (logischerwijs) de lichtopbrengst van de lamp belangrijk voor het resultaat. De lichtopbrengst wordt uitgedrukt in Lumen; licht dat wordt uitgestraald door een lichtbron.

De toegestane lichtopbrengst van een H7 lamp is 1500 Lumen, met een maximale afwijking van 10 procent. Om de helderheid van deze H7 lamp te verbeteren, worden de gloeidraden iets korter en dunner gemaakt. Dit leidt tot een sterkere, gloeiende “hotspot” in de gloeidraad. Met andere woorden: het middelpunt van de gloeidraad wordt helderder en de reflector/ lens kan optimaal worden gebruikt.

Wanneer de H7 lamp van Neglin met een drietal A-merken en een aantal private label (PL) merken vergeleken wordt, zijn hier duidelijk een aantal verschillen te zien. Bij een aantal PL-merken voldoet de geometrie van de lamp niet eens aan de ECE Norm. Ook de lichtopbrengst kan bij de PL-merken en zelfs bij een gerenommeerd A-merk niet voldoen aan de toegestane lichtopbrengst van 1500 Lumen, met een maximale afwijking van 10%. Bekijk hiervoor ook onderstaande figuur. Qua prijs-/kwaliteitsverhouding scoort de H7 lamp van Neglin dus erg goed op helderheid en lichtopbrengst!

Ook de levensduur kan een belangrijke factor zijn

Wanneer de gloeidraad van een halogeenlamp dunner en korter is, heeft hij over het algemeen een kortere levensduur. Dit kan deels worden gecompenseerd door een hogere gasdruk in de lamp. Een goede lamp heeft dus altijd een juiste balans tussen lichtopbrengst en levensduur.

Wanneer de consument kiest voor lampen die tot soms wel 150% meer helderheid produceren, accepteren zij daarmee ook dat in de regel de levensduur korter zal zijn. Voor wie dat niet wil en genoegen neemt met de basisverlichting die wettelijk is vereist, zijn goede alternatieven beschikbaar die langer mee gaan. De levensduur van een lamp kan worden getoetst door te kijken naar het minimum aantal uur dat een lamp brandt, voordat deze kapot gaat. Dit wordt weergegeven in een B3 en Tc waarde. B3 geeft aan hoe lang het duurt voordat 3% van de batch aan geteste lampen kapot gaat. Wanneer de Tc-waarde wordt bereikt is 63,2% van de lampen uitgevallen. Dit blijft natuurlijk altijd een gemiddelde. Het is niet zo dat een bepaald type lamp altijd na bijvoorbeeld 4000 uur kapot gaat.

De H7-lamp van Neglin scoort op levensduur erg goed en hoeft zeker niet onder te doen voor de gerenommeerde A-merken. Ten opzichte van verschillende PL-merken scoort de lamp van Neglin ook erg goed. Bekijk hiervoor ook de figuur onderaan dit artikel.

Neglin

Hoe zit dat met Xenonverlichting?

De twee meest gebruikte typen xenonverlichting zijn de D1S en D2S, welke Neglin vanzelfsprekend ook in het assortiment heeft. Deze koplampen, uitgerust met een lens, zijn ook vergeleken met andere merken.

Het xenonsysteem bestaat uit een lamp, een starter/ ontsteker en een ballast. De lamp bevat twee elektroden welke volgens het ECE E-keurmerk tussen de 4 en 4.29 mm afstand van elkaar mogen hebben. Tussen de elektroden wordt een elektrische boog tot stand gebracht met behulp van de ontsteker. Na de ontsteking neemt de ballast het over. Deze regelt de boog die licht uitstraalt met variërend per lamp 35W/42V en 35W/85V.

Naast het ECE E-keurmerk van de elektrode afstanden zijn er nog meer belangrijke kenmerken die getest zijn bij de xenonverlichting. Zo is er gekeken naar de lichtsterkte en het verval daarvan, de levensduur en het verloop van de kleurtemperatuur. De lichtsterkte en het verloop van de kleurtemperatuur worden bij de test gemeten na 1, 100 en 2000 uur. Het verloop van lichtsterkte en lichtkleur mag niet te groot zijn. Hoe kleiner dit verschil is, hoe stabieler de prestatie van de lamp. Tevens mag volgens de ECE normering de lichtopbrengst na 2000 uur niet onder de 2500 Lumen uitkomen. De levensduur van een xenonlamp is minimaal 3000 uur.

De lichtsterkte wordt uitgedrukt in Lumen. In de test is er gekeken of de lichtsterkte minimaal 2900 Lumen bedraagt nadat de lamp 1 uur gebrand heeft. Het is vrij opmerkelijk om te zien dat een xenonlamp van een A-merk dit aantal Lumen niet eens op kan brengen. Als vervolgens naar het verval van de lichtsterkte gekeken wordt na 2000 uur, is er bij alle D1S lampen relatief weinig verval te zien en stralen deze nog minimaal 2500 Lumen uit. Als er echter naar de D2S lampen gekeken wordt, is er ook een aantal PL-merken dat het minimum van 2500 Lumen niet eens haalt. Hierbij is het verval dus erg groot.

De lichtkleur van de koplampen wordt uitgedrukt in Kelvin. Sommige consumenten vinden het fijn als hun auto een helder, wit licht uitstraalt van bijvoorbeeld 4000 Kelvin. De consument wil natuurlijk dat de lampen ook na verloop van tijd nog steeds diezelfde kleurtemperatuur uitstralen. In de test is er gekeken naar het verloop van de kleurtemperatuur. Des te groter het verschil is tussen de temperatuur na 100 en 2000 uur branden, des te slechter de lamp scoort op dit punt. Met name de PL-merken doen duidelijk onder voor de lampen van Neglin, terwijl ook één van de A-merken hier niet al te best op scoort. Deze lampen stralen na verloop van tijd dus een andere kleurtemperatuur uit dan oorspronkelijk op de verpakking staat.

De D1S en D2S xenonlampen van Neglin, scoren op de levensduur erg goed, net als bij de Halogeenlampen. De levensduur van 3000 uur wordt gemiddeld genomen eenvoudig behaald en de lampen van Neglin gaan hier zelfs nog flink overheen.

Neglin

Prijs is ook niet onbelangrijk

Ten slotte is er voor beide typen lampen gekeken naar de prijs ten opzichte van elkaar. Logischerwijs zijn de lampen van de A-merken gemiddeld genomen een stuk prijziger dan die van Neglin. En dat terwijl de kwaliteit van de Neglin lampen in veel gevallen niet eens onder doet voor de A-merken. Als we kijken naar de PL-merken zien we dat die prijs gemiddeld genomen ongeveer even hoog of iets lager ligt dan die van Neglin, terwijl de kwaliteit van deze lampen vaak nog te wensen overlaat.

Conclusie

Al met al scoren de lampen van Neglin dus erg goed vergeleken met de concurrerende verlichting als we kijken naar de prijs-/kwaliteitverhouding. Het is echter altijd belangrijk om goed te luisteren naar de behoefte van de consument. Zo wil de ene consument een strak, helder en wit licht dat in de regel relatief gezien snel vervangen dient te worden, terwijl de andere klant met name lang door wil rijden met hetzelfde setje lampen.

Ander nieuws?